Safari in Zuid-Afrika
Dieren, dieren, overal dieren!
Een safari hoort natuurlijk bij een reis naar Zuid-Afrika. Hier leggen we je uit waar je rekening mee moet houden, en hoe je het meeste uit je safari haalt.
Inhoud
National Parks of Private Game Reserves?
Als je op safari wil, kun je kiezen tussen de Nationale parken of Private Game Reserves. Nationale Parken zijn eigendom van de staat. Het Kruger Park, Addo en Pilanesberg zijn voorbeelden van Nationale Parken. Private Game Reserves zijn niet van de overheid, maar van de lodges op dat park.
Het belangrijkste verschil is exclusiviteit: in Private Game Reserves vind je minder lodges en minder andere bezoekers. Je hebt de dieren en de omgeving dus bijna voor jezelf. Nationale Parken zijn een stuk drukker. Hier sta je vaak met meerdere auto's of bussen naar die ene leeuw te kijken.
Aan exclusiviteit hangt een prijskaartje: private game reserves zijn veel duurder dan nationale parken. Een overnachting in een private game reserve kan je zo € 300 per persoon kosten. Daar krijg je wel een enorme luxe overnachting en maaltijden bij, en vaak ook een aantal safari-tours.
Veel private game reserves kun je niet zo maar zelf inrijden. Bij nationale parken kan dat wel.
Self-drive of met een ranger?
In de meeste parken, en zeker de Nationale Parken, mag je met je eigen auto naar binnen. De wegen in de parken zijn goed, en je kunt met iedere huurauto over de wegen op zoek naar dieren. Dit geeft je veel vrijheid.
Tips voor een geslaagde self-drive:
- De dieren hebben altijd voorrang.
- Neem je tijd: meestal mag niet harder van 50km/h, en je stopt vaak om dieren te bekijken. Je legt dus geen grote afstanden af.
- Vertrek op tijd: de dieren zijn vooral actief als het wat koeler is. 's Ochtends heb je daarom veel meer kans op goede sightings. 's Middags liggen ze liever in de schaduw.
- Wellicht ten overvloede: stap niet je auto uit. Uitstappen mag alleen in kampen of aangewezen picknickplaatsen.
Daarnaast kun je samen met een ranger op pad: meestal ga je in een grote open auto op pad. Je hebt zo goed zicht op de dieren, en de rangers weten precies waar ze moeten zijn. Het is zeker aan te raden om eens met zo'n ranger op pad te gaan: die is bekend in het park, weet alles van de natuur, en ziet dieren die jij anders niet zou vinden
In Private Game Reserves heb je vaak geen keuze: daar kun je alleen met een ranger op pad. Ook best relaxed!
Overnachten in wildparken
Zeker in de grote wildparken is een dag niet genoeg. Gelukkig kun je ook blijven slapen. En wat is er mooier dan wakker worden tussen de wilde dieren?
In vrijwel alle parken kun je overnachten. Bijkomend voordeel: je kunt 's ochtends extra vroeg het park in, wanneer de dieren actief worden. Dan heb je de meeste kans op goede sightings.
De accommodatie in nationale parken vind je niet op de bekende boekings-websites, maar alleen op de website van Sanparks. De meeste accommodaties zijn goed te betalen.
In een private game reserves is dat een ander verhaal: die zijn een stuk prijziger én luxer. Je boekt die bijvoorbeeld op Booking.com.
Wildparken en malaria
Sommige wildparken bevinden zich in Malaria-gebied, zoals bijvoorbeeld het Krugerpark en een deel van St. Lucia. Neem dus de juiste voorzorgsmaatregelen voordat je daar naar toe gaat.
Ga je liever niet naar malariagebieden? In Parken zoals Addo Elephant Park en Pilanesberg komt geen malaria voor.
De Big Five
Veel Zuid-Afrika reizigers willen de Big 5 zien. Dit zijn de diersoorten die het moeilijkst te schieten zijn voor een jager. Dit zijn:
- Leeuw
- Olifant
- Luipaard
- Neushoort
- Buffel
Tegenwoordig gaat het gelukkig vooral over safari en niet over jagen als we het over de Big Five hebben. Je hebt ik Zuid-Afrika genoeg kans om de Big 5 te spotten! In onder andere het Kruger Park, Pilanesberg en iSimangaliso kun je ze (figuurlijk) tegen het lijf lopen.
Onze tip: staar je niet blind op die Big 5, je komt nog veel meer mooie natuur tegen tijdens je reis.
Naast de Big 5 kun je in Zuid-Afrika ook op zoek naar de Big Seven: naast de Big Five zijn dat de walvis en de witte haai, die je voor de kust van Zuid-Afrika vind.
Ook als je niet op safari gaat kom je de Big Five tegen tijdens je vakantie: je vind ze op de Zuid-Afrikaanse bankbiljetten.
De beste tijd voor een safari
Mei tot en met september is de beste periode voor een safari. Door de droogte is er dan minder begroeiing, dus minder bladeren waarachter de dieren zich kunnen verschuilen. Ook is water schaarser, waardoor de dieren naar drinkplekken trekken. Daar kun je ze mooi spotten!
De meeste Nederlanders reizen echter in onze winterperiode, om ook gelijk te profiteren van het mooie weer. Geen zorgen: ook dan kun je prima dieren spotten.